C O L U M N – Slechts enkele uren na de ramp met het toestel van Turkish Airlines op Schiphol in 2009 speelde zich rond de rampplek een opmerkelijk meningsverschil af tussen de onafhankelijke Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV) en het Openbaar Ministerie.
door ARNOLD BURLAGE
Prof. Mr. Pieter van Vollenhoven, toen boegbeeld van de OVV, stond erop dat zijn organisatie het onderzoek zou doen en niet het Openbaar Ministerie, dat daarmee al voortvarend was begonnen. Hij won het pleit, zo luidde toen terecht het oordeel.
Voor onderzoek door het OM zou – zo gaat dat bij luchtvaartongelukken – is pas reden zijn als de OVV daartoe aanleiding zou vinden, bijvoorbeeld strafbare feiten. Het overige, bijvoorbeeld technische storingen, onbedoelde fouten, zijn om lering uit te trekken ongelukken te voorkomen.
Dus eerst het OVV, dan eventueel het OM. Zo was en is dat geregeld. Wist het OM dat dan niet? Of was er toen wellicht direct al een reden om naast de OVV met dat onderzoek aan de slag te gaan van de bijzondere crash met uiteindelijk al een vermoedelijke en bij Boeing bekende oorzaak, namelijk slecht functionerende hoogtemeters.?
Haperende hoogtemeters
Nu vele jaren later beïnvloeding op het onderzoek vanuit de VS – Boeing en de Federal Aviation Administration (FAA) – dankzij onthullingen van de New York Times is komen vast te staan, roept dat minstens alsnog vragen op. Temeer omdat ook toen al sprake bleek van het gedoe met de haperende hoogtemeter waarvan al meerdere keren ook melding bleek te zijn gedaan.
Een gezochte conclusie zo’n vroegtijdige beïnvloeding van het onderzoek? Hoezo? Uiteindelijk bleek nog geen twee weken geleden nog dat ook uit het onderzoek van de Martinair vliegramp in Faro (Portugal) fouten en feiten uit het rapport van de toenmalige Luchtvaartinspectie niet werden genoemd. Niet het weer was officieel de boosdoener, maar – nu veel later is gebleken – onder meer ook van niet verholpen defecten aan het toestel en een inschattingsfout van beide vliegers is sprake geweest, zo stelde de rechtbank vast na een jarenlang onderzoek van vasthoudende nabestaanden van een van de slachtoffers.
Het zoveelste geval dus van overheids-rapportages waarin cruciale feiten worden weggelaten, zwartgelakt of zelfs compleet verdwijnen. Niet alleen in beide luchtvaartgevallen. Was het bij de fiscus en nota bene Justitie ook al niet anders? En hoe zat het ook weer met de zoekgeraakte bonnetjes, die uiteindelijk toch werden gevonden?
Wie onderzoekt in dit land de onderzoeker is dan de vraag. Niemand zo lijkt het…. Of ja toch. Een enkel kamerlid met hulp van enkele voortvarende collega-journalisten die niet opgaven, ondanks onze alles lachend wegwuivende premier, onzichtbaar als het er op aankomt. En dan kan één voorgewend krokodillentraantje om de ellende van de toeslagen-affaire kennelijk in veel media meelijwekkend veel goed maken. Een heel volk lijkt daar niet doorheen te prikken.…
Alle reden dus om het onderzoek naar de ramp met het toestel van Turkish Airlines nog maar eens onder een extra scherpe loep te nemen.
Pieter van Vollenhoven reageerde inmiddels vrijwel direct na de onthullingen over de ramp met het toestel van Turkish Airlines. Hij bevestigde in een radio-interview met Jurgen van de Berg dat inderdaad druk is uitgeoefend om het onderzoeksrapport aan te passen. Maar hij ontkende ten stelligste dat het rapport over de crash daardoor is aangepast onder die druk vanuit de VS.
“Er is altijd kritiek en druk, de waarheid is niet geliefd”, zei de altijd openhartige Van Vollenhoven in het NOS Radio 1 Journaal. “Ik hecht veel waarde aan de onafhankelijkheid.” Hij verwierp de suggestie van zich af dat de verantwoordelijkheid voor de crash in het rapport meer bij de bemanning werd gelegd dan bij Boeing zelf.
De problematiek met de hoogtemeters van het neergestorte toestel was bekend, zowel bij Boeing als bij Turkish Airlines. Dat probleem had zich al op twee eerdere vluchten voorgedaan. Dit was toen opgelost door de automatische meter uit te zetten.”Deze klachten stonden “niet hoog op de prioriteitenlijst van Boeing”, aldus Van Vollenhoven.
The New York Times bracht naar buiten de dat mensen van Boeing en de Amerikaanse federale luchtvaartinspectie de OVV overhaalden om kritiek op de vliegtuigfabrikant te bagatelliseren of niet op te nemen in het rapport. De krant beweert bewijzen hiervoor te hebben ingezien. De journalisten komen tot de conclusie dat er grote overeenkomsten zijn tussen de crash van de 737-800 nabij Schiphol in 2009 en de twee crashes van de opvolger van het toestel (de 737 MAX) in 2018 en 2019. De 737 MAX werd vorig jaar aan de grond gezet na noodlottige ongelukken in Indonesië en Ethiopië.
Tot slot stelt The New York Times dat de OVV een deelstudie van luchtvaartexpert Sidney Dekker uit de publiciteit gehouden zou hebben. In dat rapport beschuldigt Dekker vliegtuigfabrikant Boeing ervan dat het bedrijf zijn eigen tekortkomingen in het ontwerp toedekte met “amper geloofwaardige” vermaningen dat piloten meer op hun hoede moesten zijn. Ook in dit geschetste beeld herkent Van Vollenhoven zich niet, zei hij
Dus alle reden voor nogmaals de vraag: wie controleert in dit land de controleurs?
Arnold Burlage
Luchtvaartjournalist